Hoogbegaafdheid van binnenuit: als vijf stemmen tegelijk spreken

Tegenover mij zit Maarten, een 17-jarige vwo-scholier. Na een pauze van bijna drie maanden nam hij weer contact met me op. Zijn boodschap was helder: “Ik loop vast. Kun je me weer op weg helpen?” Tijdens het gesprek vertelt Maarten wat hem bezighoudt. Vooral een gebeurtenis van vorige week raakt hem diep. Zijn woorden blijven hangen: “Echt Marianne, het was alsof er opeens een stukje van mij weg was.” Het raakt me. Niet alleen om wat hij zegt, maar ook om hoe intens hij het beleeft. Maarten is een woordkunstenaar, gevoelig, scherpzinnig en diepdenkend. Alle Zijnskenmerken die we herkennen bij hoogbegaafdheid, lijken zich op dit moment te vermengen tot één intens innerlijk conflict. Dankzij het werk van Tessa Kieboom kennen we inmiddels het begrip Zijnskenmerken, die ze samengebracht heeft in het Zijnsluik. In dit verhaal over Maarten wil ik niet alleen zijn ervaring delen, maar ook uitleggen hoe die verschillende kenmerken een hoofd- of bijrol spelen in zijn innerlijke wereld.

Even opfrissen, waar hebben we het over?

We halen de gespreksdriehoek Hoogbegaafdheid erbij, zoals ontwikkeld door @deWijsWijzer. Deze beschrijft de vijf Zijnskenmerken die meer dan gemiddeld en intens aanwezig zijn bij hoogbegaafde kinderen, jongeren en volwassenen. Ik geef ze hieronder weer alsof het personen zijn.

  • De Perfectionist: Zorgt voor een sterke drive om dingen goed te doen of te verbeteren. Inwendig ligt de lat hoog.
  • De Rechtvaardige: Maakt dat de HB, soms bijzonder hard, geraakt wordt door onrecht en kan overweldigend zijn.
  • De Gevoelige: Deze emotionele intensiteit zorgt voor verlangen naar harmonie en begrepen worden in al je gevoeligheden.
  • De Autonome: De hang naar zelfstandigheid gaat hand in hand met loyaal, welwillend, empathisch en flexibel zijn.
  • De Kritische: Wil gezien en gehoord worden in zijn of haar kritische oprechtheid en voelt haarfijn aan wanneer dat niet gebeurt.

In een blog op de site van Medilex Onderwijs werd de giraf aangehaald als symbool voor hoogbegaafde kinderen – en het waren mijn woorden die daarvoor als basis dienden. Ik sprak destijds vol overtuiging over het “grote hart” van de giraf. Dat leek me logisch: zo’n groot lichaam, een nek van twee meter, lange poten – daar moest wel een enorm hart achter zitten. Maar zoals bij zoveel aannames, bleek de werkelijkheid anders.

De onderlinge verbinding tussen Zijnskenmerken

Maarten vertelde me over een gesprek met zijn mentor. De woorden van de mentor raakten hem diep: “Jij denkt dat je hoogbegaafd bent, maar ik zie het niet. Mijn collega’s ook niet. Dus ik denk dat je dat niet bent.”. Wat voor de mentor misschien slechts een terloopse opmerking leek, kwam bij Maarten recht in zijn hart binnen. Zijn Zijnskenmerken gingen vrijwel direct met elkaar in gesprek, ieder vanuit hun eigen perspectief:

De Gevoelige was als eerste in shock en heeft in deze situatie de hoofdrol. Maarten voelde zich niet gezien, niet erkend in iets wat voor hem juist fundamenteel is: zijn anders-zijn begrijpen en benoemen. Zijn kwetsbaarheid werd direct geraakt.
De Rechtvaardige kwam er onmiddellijk bij. Want hoe kon iemand anders zomaar zijn identiteit in twijfel trekken? En waarom zonder dat er met hemzelf gesproken was?
De Kritische schakelde razendsnel. Hij analyseerde de situatie, woog de woorden en vroeg zich af: “Wat zegt dit over mij? Over hen? Wat klopt hier niet?”
De Perfectionist voelde zich uit balans. Was hij dan niet ‘goed genoeg’ om als hoogbegaafd herkend en gezien te worden? Twijfel en onzekerheid maakten zich meester van hem.
De Autonome tenslotte stelde de kernvraag: “Waarom is er over mij gesproken, maar niet mèt mij?” Zijn behoefte aan regie en eigen zeggenschap werd volledig genegeerd, wat het gevoel van sociale onveiligheid vergrootte.

Zo ontstond er bij Maarten een diep innerlijk conflict. Het sociaal ongemak dat volgde had niets te maken met onwil of verlegenheid, maar alles met de botsing van deze intense interne eigenheid. Het leek alsof al zijn kernwaarden tegelijkertijd werden geraakt: eerlijkheid, respect, erkenning, autonomie, rechtvaardigheid en verbondenheid.
In zulke situaties is het voor jongeren als Maarten essentieel dat volwassenen begrijpen wat er onder de oppervlakte gebeurt. Want gedrag dat op het eerste gezicht teruggetrokken, boos of stil lijkt, kan een uiting zijn van een hele innerlijke wereld die onder druk staat.
De gevoelskant, waar we de intuïtie ook terugvinden (denk aan de buikdenker, de sfeervoeler), en een sterk rechtvaardigheidsgevoel kunnen je heel onzeker maken.
Soms geven we daar de term faalangst aan. Ik heb het dan liever over sociale faalangst. Want het gaat hier vaak over de interactie tussen mensen onderling, in welke hiërarchie dan ook.

Wie heeft de hoofdrol en wie heeft de bijrol?

De vijf bovengenoemde Zijnskenmerken staan nooit los van elkaar. Ze zijn nagenoeg altijd met elkaar verbonden, als schakels in een systeem dat constant in beweging is. Er is er altijd één die de hoofdrol heeft bij een gebeurtenis, tijdens een gesprek of een moment van verbinding; de anderen hebben een bijrol, maar zijn wel degelijk aanwezig en voelbaar, soms bijna hoorbaar.
In momenten van rust kunnen ze elkaar prachtig aanvullen. Maar onder druk, zoals nu bij Maarten, kunnen ze elkaar ook versterken – helpend of niet helpend.

Zijnkenmerken, universeel OF specifiek voor hoogbegaafden

Zoals de casus van Maarten laat zien, heeft er altijd één de hoofdrol en volgt de rest in een bijrol die net zo intensief kan voelen. Een niet-hoogbegaafde voelt uiteraard ook de ontkenning van wie hij is bij de uitspraak van de mentor. Daar houdt het dan vaak bij op. Het doet pijn, het voelt niet fijn en is niet eerlijk. Daar blijft het dan bij. Het suddert nog wat na. De boosheid zal zich wellicht niet laten zien en de zaak is gesloten. De hoogbegaafde voelt dat alle vijf de Zijnskenmerken intensief met elkaar in gesprek zijn. Dat zorgt voor onrust, je volledig uit het veld geslagen voelen en vanbinnen intens gekwetst, waardoor woorden vaak niet meer tot zijn of haar beschikking zijn. Het bekende ‘freeze’-moment heeft het overgenomen. Met stomheid geslagen en vaak in een split second een overkill aan gedachten in je brein.

Zijnskenmerken, universeel EN specifiek voor hoogbegaafden

Laten we eerlijk zijn: iedereen herkent zich wel in één of meer van de vijf Zijnskenmerken. Of je nu hoogbegaafd bent of niet, gevoelens van onrecht, perfectionisme of de behoefte aan autonomie zijn universeel menselijk.
Wat het echter specifiek hoogbegaafd maakt, is de intensiteit en de onderlinge interactie tussen die kenmerken. Bij hoogbegaafden staan deze vijf innerlijke stemmen zelden uit. Ze zijn altijd aanwezig en in gesprek met elkaar, ook, of misschien juist, op momenten van emotionele impact.

De casus van Maarten: wat is HB-specifiek en wat niet?

Wanneer Maarten van zijn mentor te horen krijgt dat zijn hoogbegaafdheid wordt betwijfeld, is er sprake van een pijnlijke situatie. Dat raakt iedereen. Een niet-hoogbegaafde leerling zou zich ook gekwetst voelen. Gedachten als: “Dit klopt niet,” of: “Dit voelt oneerlijk,” zijn volkomen normaal. De reactie kan zijn: even stil, een beetje boos, misschien wat verdrietig. Daarna zakt het. Het is pijnlijk, maar er komt berusting.
Niet specifiek hoogbegaafd, wel menselijk zijn een gevoel van onrecht en afwijzing, de behoefte aan rechtvaardigheid en emotioneel geraakt worden. Boosheid en teleurstelling zijn ook menselijke emoties en reactie die iedereen wel herkent.

Maar bij Maarten gebeurt er meer. Veel meer.

Specifiek voor hoogbegaafdheid is de intensiteit van beleving. Niet zomaar geraakt, maar diep van binnen geschokt. Het voelt existentiëler. De opmerking van de mentor raakt niet alleen een situatie, maar zijn hele identiteit.
Daarnaast is er de intense interactie en dialoog tussen de Zijnskenmerken. Dat betekent dat ze alle vijf tegelijk reageren: de Gevoelige voelt pijn, de Rechtvaardige komt in opstand, de Kritische analyseert, de Perfectionist wordt onzeker, de Autonome voelt zich genegeerd.
Dan volgt het eerder genoemde ‘freeze’-moment: niet kunnen reageren, verlamd raken door de hoeveelheid innerlijke prikkels en gedachten.
Tot slot is er een langdurige nasleep. Wat voor een ander een opmerking is die vervaagt, blijft bij Maarten een innerlijke storm die nog dagen of weken doorwoekert.

Wat betekent dit verschil?

De uitspraak van de mentor raakt een niet-HB’er in het moment. Voor Maarten raakt het wie hij is. Dat is het grote verschil. Bij hoogbegaafde jongeren reageren de Zijnskenmerken niet los van elkaar, maar als een intern koor dat allemaal tegelijk zingt – vaak in verschillende toonsoorten. Dat zorgt voor innerlijke verwarring, stress en soms zelfs blokkade. Niet omdat ze ‘overgevoelig’ zijn, maar omdat ze intens gevoelig zijn met een complexe interne structuur.

Hoe kun je als ouder, begeleider of docent omgaan met deze intense emoties?

Laten we Maarten als voorbeeld blijven gebruiken. In het gesprek met zijn mentor kon Maarten niet reageren op de opmerking dat hij “waarschijnlijk niet hoogbegaafd is”. Niet omdat hij het ermee eens was, of omdat het hem niets deed, maar omdat hij in een ‘freeze’-moment terechtkwam. Wat je van buiten ziet: een stille jongen die nauwelijks reageert.
Wat er van binnen gebeurt: een plotselinge overbelasting van emoties en gedachten die hem letterlijk lamlegt.
Dit soort reacties kan gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd worden. De mentor zou kunnen denken: “Zie je wel, hij heeft geen weerwoord, dan zal ik wel gelijk hebben.” Of: “Het komt niet binnen bij hem.” Misschien zelfs wel: “Gelukkig blijft hij rustig, dat maakt het makkelijker.”
Maar wat er in werkelijkheid gebeurt, is dat Maarten niet kán reageren. Het ‘freeze’-moment heeft zijn systeem overgenomen. En wat geen ruimte kreeg om eruit te komen, moest later alsnog verwerkt worden.
Toen Maarten eenmaal uit die bevroren toestand kwam, brak de innerlijke storm los. Alles schreeuwde door elkaar heen in zijn hoofd. De Gevoelige, de Kritische, de Rechtvaardige, allemaal probeerden ze iets te zeggen. Boosheid, verdriet, verwarring, schaamte. Een chaos van emoties en gedachten zonder begin of einde.
Bij jongeren als Maarten zie je dan soms plotselinge boosheid, huilen zonder woorden, of juist nog langere stilte. Zoals een coachee mij ooit vertelde: “Als ik ga huilen, heb ik geen woorden meer. Dan weet ik niet hoe ik moet uitleggen wat er gebeurt. Laat me dan maar even. Ik kom vanzelf weer terug.”

Wat werkt niet?
Meepraten en het erger maken of, nog erger, sussen en vertellen dat het allemaal wel goed komt en het niet zo erg is, is het ontkennen van de eigenheid van het kind. Het is wél groot, wél erg, wél intens, wél gekwetst. Ook niet helpend is relativeren of oplossen terwijl het kind nog midden in de beleving zit. De emoties hebben ruimte nodig om zichzelf weer te kunnen reguleren. Deze reacties, hoe goedbedoeld ook, doen af aan de eigen beleving. Het ontkent de intensiteit die voor het kind wél realiteit is.

Wat werkt wél?
Erkennen. Alleen dat. “Ik zie dat het je raakt.” Of: “Ik snap dat je boos bent.” En: “Je hebt het gevoel dat je niet gezien werd, en dat voelt heel oneerlijk.” Of deze: “Dit kwam echt hard binnen, hè?” Geen uitleg, geen oplossing, geen ‘maar’. Gewoon zijn met wat er is, want pas als de emotie er volledig mag zijn, kan je tot rust komen. Dan ontstaat er weer ruimte voor woorden, reflectie en herstel.
ERKENNEN EN KLAAR.

Dit artikel verscheen in HB De Gids. Wil je dit bericht delen? Graag! Klik hiervoor op deze pfd